Tłumaczenia dla hasła „ankam“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ha·nen·kam <hanenkam|men> [hanə(n)kɑm] RZ. r.m.

1. hanenkam (kam van een haan):

hanenkam

Hahnenkamm r.m.

2. hanenkam:

hanenkam (eetbare zwam)

Hahnenkamm r.m.

hanenkam (dooierzwam)

Pfifferling r.m.

an·ker <anker|s> [ɑŋkər] RZ. r.n.

anker

Anker r.m.

het anker lichten

den Anker hieven

het anker lichten przen.

sich fortstehlen

ten [o. voor ] anker gaan

vor Anker gehen

ten [o. voor ] anker gaan

ankern

ten [o. voor ] anker liggen

vor Anker liegen

ten [o. voor ] anker liggen

ankern

ergens (bij iem) zijn anker uitwerpen przen.

irgendwo (bei jdm) vor Anker gehen

kam <kam|men> [kɑm] RZ. r.m.

kam ook biol.

Kamm r.m.

kam (bergkam, ook)

Grat r.m.

kam muz.

Steg r.m.

een kam bananen

ein Büschel Bananen

alles over één kam scheren przen.

alles über einen Kamm scheren

de tanden van een kam

die Zähne eines Kammes

anaal [anal] PRZYM.

anaal

anal