Tłumaczenia dla hasła „armseliges“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

arm·slag <armslag|en> [ɑrmslɑx] RZ. r.m.

1. armslag (bewegingsruimte):

armslag

Bewegungsfreiheit r.ż.

armslag

Spielraum r.m.

armslag pej.

Ellbogenfreiheit r.ż.

na de salarisverhoging hebben wij wat meer armslag

nach der Gehaltserhöhung haben wir etwas mehr Spielraum

2. armslag:

armslag (armzwaai)

(schwingende) Armbewegung r.ż.

armslag (zwembeweging)

Armschlag r.m.

arm·za·lig <armzalige, armzaliger, armzaligst> [ɑrmzaləx] PRZYM.

armzalig

armselig

ar·me·lijk [ɑrmələk] PRZYM.

armelijk

ärmlich

armelijk

armselig

ar·moe·dig <armoedige, armoediger, armoedigst> [ɑrmudəx] PRZYM.

1. armoedig (haveloos):

armoedig

ärmlich

een armoedig gezin

eine Not leidende Familie

armoedige kleding

ärmliche Kleidung r.ż.

2. armoedig (schraal):

armoedig

mager

een armoedig baantje

ein mieser Job

een armoedige bodem

ein magerer Boden

3. armoedig (hoeveelheid, bedrag):

armoedig

dürftig

een armoedige opbrengst

ein dürftiger Ertrag

4. armoedig (gebrekkig (van geestelijke waarden)):

armoedig

armselig

een armoedige kunst

eine armselige Kunst

arm·stoel <armstoel|en> [ɑrmstul] RZ. r.m.

armstoel

Armstuhl r.m.

armstoel

Lehnstuhl r.m.

armstoel

Armsessel r.m.

arms·gat <armsgat|en> [ɑrmsxɑt] RZ. r.n.

armsgat

Armloch r.n.

armsgat

Ärmelloch r.n.

ar·me·lui [ɑrməlœy] RZ. l.mn.

armelui

arme Leute l.mn.

armelui

Arme(n) l.mn.

ar·moe·de [ɑrmudə] RZ. r.ż. geen l.mn.

armoede

Armut r.ż.

schrijnende armoede

drückende Armut r.ż.

stille armoede

schamhaft verborgene [o. stille] Armut r.ż.

tot armoede vervallen

in Not geraten

vergulde armoede

glänzende(s) Elend r.n.