Tłumaczenia dla hasła „beroepsacteur“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

be·roeps·keu·ze [bərupskøzə] RZ. r.ż. geen l.mn.

beroepskeuze

Berufswahl r.ż.

de begeleiding bij de beroepskeuze

die Berufsberatung

be·roeps·spe·ler <beroepsspeler|s> [bərupspelər] RZ. r.m.

beroepsspeler

Berufsspieler r.m.

beroepsspeler

Berufssportler r.m.

beroepsspeler

Profi r.m.

be·roeps·ge·heim <beroepsgeheim|en> [bərupsxəhɛim] RZ. r.n.

beroepsgeheim

Berufsgeheimnis r.n.

beroepsgeheim

Schweigepflicht r.ż.

be·roeps·school <beroeps|scholen> [bərupsxol] RZ. r.ż. belg.

beroepsschool

Berufsfachschule r.ż.

re·dac·teur <redacteur|en, redacteur|s> [redɑktør] RZ. r.m.

1. redacteur (krant, tijdschrift):

redacteur

Redakteur r.m.

redacteur bij een krant

Redakteur bei einer Zeitung

2. redacteur:

redacteur (m.b.t. een verzamelwerk: samensteller)

Herausgeber r.m.

redacteur (m.b.t. een verzamelwerk: schrijver van artikel(en))

Redaktionsmitglied r.n.

redacteur (m.b.t. een verzamelwerk: medewerker)

Mitarbeiter r.m.

be·roeps·speel·ster RZ. r.ż.

beroepsspeelster forma żeńska od beroepsspeler

Zobacz też beroepsspeler

be·roeps·spe·ler <beroepsspeler|s> [bərupspelər] RZ. r.m.

beroepsspeler

Berufsspieler r.m.

beroepsspeler

Berufssportler r.m.

beroepsspeler

Profi r.m.

be·roeps·kracht <beroepskracht|en> [bərupskrɑxt] RZ. r.ż.

beroepskracht

bezahlte Arbeitskraft r.ż.

be·roe·pen¹ <beriep zich, h. zich beroepen> [bərupə(n)] CZ. wk ww

beroepen zich beroepen (autoriteit inroepen van):

beroepen

sich berufen

beroepen

sich beziehen

zich op iem beroepen

sich auf jdn berufen [o. beziehen]

be·roer·te <beroerte|n, beroerte|s> [bərurtə] RZ. r.ż.

beroerte

Schlaganfall r.m.

beroerte

Gehirnschlag r.m.

beroerte

Schlag r.m. pot.

door een beroerte getroffen worden

einen Schlaganfall bekommen

iem een beroerte op het lijf jagen

jdm einen höllischen Schreck(en) einjagen

zich een (rol)beroerte lachen

sich totlachen

di·rec·teur <directeur|en, directeur|s> [dirɛktør] RZ. r.m.

directeur

Direktor r.m.

algemeen directeur

Generaldirektor r.m.

mijnheer de directeur!

Herr Direktor!