Tłumaczenia dla hasła „bevriezen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

be·vrie·zen¹ <bevroor, h. bevroren> [bəvrizə(n)] CZ. cz. przech.

1. bevriezen (in vaste toestand doen overgaan):

bevriezen

gefrieren lassen

bevriezen

frieren lassen

2. bevriezen:

bevriezen (invriezen)

einfrieren

bevriezen (levende wezens)

erfrieren lassen

vlees bevriezen

Fleisch einfrieren

lonen bevriezen

Löhne einfrieren

be·vrie·zen² <bevroor, i. bevroren> [bəvrizə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. bevriezen (in vaste toestand overgaan):

bevriezen

gefrieren

bevriezen

frieren

2. bevriezen:

bevriezen (onder invloed van vorst veranderen)

frieren

bevriezen (waterleiding)

einfrieren

bevriezen (doodvriezen)

erfrieren

ik was helemaal bevroren

ich war ganz durchgefroren

bevroren tenen oplopen

sich C. die Zehen erfrieren

ik bevries hier van de kou przen.

ich erfriere hier

de vis is bevroren

der Fisch ist gefroren

3. bevriezen (met ijslaagje bedekt worden):

bevriezen

vereisen

de ruiten zijn bevroren

die Fenster sind vereist [o. zugefroren]

4. bevriezen przen.:

bevriezen

gefrieren

Przykładowe zdania ze słowem bevriezen

vlees bevriezen

Fleisch einfrieren

lonen bevriezen

Löhne einfrieren

iets doen bevriezen

etw gefrieren lassen