Tłumaczenia dla hasła „element“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ele·ment <element|en> [eləmɛnt] RZ. r.n.

1. element:

element bouww., scheik., wisk.

Element r.n.

het natte element

das nasse Element

2. element (vormend (hoofd)bestanddeel):

element

Element r.n.

element

Bestandteil r.m.

een essentieel element ontbrak

ein wesentliches Element fehlte

in zijn element zijn

in seinem Element sein

3. element (weersomstandigheden) l.mn.:

element

Elemente l.mn.

element

Naturgewalten l.mn.

de elementen trotseren

den Elementen trotzen

de strijd tegen de elementen

der Kampf gegen die Elemente

4. element (een pick-up):

element

Tonabnehmer r.m.

element

Tonabnehmersystem r.n.

reactionaire elementen

reaktionäre Elemente l.mn.

Przykładowe zdania ze słowem element

een essentieel element ontbrak

ein wesentliches Element fehlte

in zijn element zijn

in seinem Element sein

het natte element

das nasse Element