Tłumaczenia dla hasła „goederen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

goe·de·ren [ɣudərə(n)] RZ. l.mn.

1. goederen:

goederen (artikelen, waren)

Güter l.mn.

goederen (goed)

Gut r.n.

de partij goederen econ.

der Warenposten l.mn.

2. goederen (bezittingen):

goederen

Güter l.mn.

aardse goederen

irdische Güter l.mn.

roerende en onroerende goederen

bewegliche und unbewegliche Güter l.mn.

roerende en onroerende goederen

Mobilien und Immobilien l.mn. spec.

Przykładowe zdania ze słowem goederen

goederen afzetten

Waren absetzen

vaste goederen

unbewegliche Güter l.mn.

aardse goederen

irdische Güter l.mn.

complementaire goederen econ.

komplementäre Güter l.mn.

tijdelijke goederen

irdische Güter l.mn.

ongeregelde goederen

Ramschwaren l.mn.

onroerende goederen

Immobilien l.mn.

het aanbod van goederen

das Angebot an [o. von] Gütern

de distributie van goederen econ.

die Distribution von Gütern

roerende en onroerende goederen

bewegliche und unbewegliche Güter l.mn.

goederen ter verzending afgeven spoorw.

Güter zur Beförderung aufgeben

goederen voor de export

Exportgüter l.mn.

de partij goederen econ.

der Warenposten l.mn.

ingevoerde goederen vrijmaken econ.

eingeführte Waren verzollen

de gestrande goederen

das Strandgut

buitenlandse goederen weren

ausländische Waren nicht zulassen

goederen inzenden voor een tentoonstelling

eine Ausstellung mit Waren beschicken