Tłumaczenia dla hasła „inpassen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

in·pas·sen <paste in, h. ingepast> [ɪmpɑsə(n)] CZ. cz. przech.

1. inpassen:

inpassen (invoegen in een geheel)

einbauen

inpassen (invoegen in een geheel)

einpassen

inpassen (als lid)

eingliedern

iem in een groep inpassen

jdn in eine Gruppe eingliedern

iem inpassen in de salarisschaal

jdn in eine Besoldungsgruppe einstufen

2. inpassen (juist passend maken):

inpassen

einpassen

Przykładowe zdania ze słowem inpassen

iem in een groep inpassen

jdn in eine Gruppe eingliedern

iem inpassen in de salarisschaal

jdn in eine Besoldungsgruppe einstufen