Tłumaczenia dla hasła „koopwoning“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

krot·wo·ning RZ. r.ż.

krotwoning → krot

Zobacz też krot

krot <krot|ten> [krɔt] RZ. r.n.

krot

Hütte r.ż.

krot

Bude r.ż.

krot

Bruchbude r.ż. pej.

in een krot huizen

in einem Loch hausen

kijk·wo·ning <kijkwoning|en> [kɛikwonɪŋ] RZ. r.ż. belg.

kijkwoning

Musterwohnung r.ż.

kijkwoning

Modellwohnung r.ż.

koop·zon·dag <koopzondag|en> [kopsɔndɑx] RZ. r.m.

koopzondag

verkaufsoffene(r) Sonntag r.m.

bo·ven·wo·ning <bovenwoning|en> [bovə(n)wonɪŋ] RZ. r.ż.

bovenwoning

Wohnung r.ż. im Obergeschoss

mo·del·wo·ning <modelwoning|en> [modɛlwonɪŋ] RZ. r.ż.

modelwoning

Musterwohnung r.ż.

in·wo·ning [ɪnwonɪŋ] RZ. r.ż. geen l.mn.

1. inwoning:

kost en inwoning (het inwonen)

Kost und Logis

kost en inwoning (het inwonen)

Unterkunft und Verpflegung

zwroty:

de plaats [o. de stad] van iems inwoning (het wonen binnen een bepaald gebied)

jds Wohnsitz r.m.

paal·wo·ning <paalwoning|en> [palwonɪŋ] RZ. r.ż.

paalwoning

Pfahlbau r.m.

koop·waar <koop|waren> [kopwar] RZ. r.ż.

koopwaar

Handelsgut r.n. meist l.mn.

koopwaar

Handelsware r.ż.

koopwaar

Ware r.ż.

koop·goot <koop|goten> RZ. r.ż.

koopgoot

tiefer liegende Einkaufspassage ohne Überdachung

koop·ziek [kopsik] PRZYM.

koopziek

kaufsüchtig

koop·avond <koopavond|en> [kopavɔnt] RZ. r.m.

koopavond

Dienstleistungsabend r.m.

donderdag koopavond

lange(r) Donnerstag r.m.

koop·graag [kopxrax] PRZYM.

koopgraag

kauflustig

koop·prijs <koop|prijzen> [koprɛis] RZ. r.m.

koopprijs

Kaufpreis r.m.

pre·mie·wo·ning <premiewoning|en> [premiwonɪŋ] RZ. r.ż.

premiewoning

Haus oder Wohnung, die mit staatlicher finanzieller Unterstützung gekauft werden kann

koop·lus·tig PRZYM.

kooplustig → koopgraag

Zobacz też koopgraag

koop·graag [kopxrax] PRZYM.

koopgraag

kauflustig

koop·con·tract <koopcontract|en> [kopkɔntrɑkt] RZ. r.n.

koopcontract

Kaufvertrag r.m.