Tłumaczenia dla hasła „onverwerkte“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

on·ver·wachts¹ [ɔnvərwɑxts] PRZYM.

onverwachts

unerwartet

onverwachts

plötzlich

on·ver·kort [ɔnvərkɔrt] PRZYM.

1. onverkort (in zijn geheel):

onverkort

ungekürzt

een onverkorte film

ein ungekürzter Film

2. onverkort (onaangetast):

onverkort

uneingeschränkt

onverkort

ungeschmälert form.

onverkorte rechten

uneingeschränkte Rechte l.mn.

haar rechten blijven onverkort

ihre Rechte gelten uneingeschränkt

on·ver·let [ɔnvərlɛt] PRZYM.

1. onverlet (onbelemmerd):

onverlet

ungehindert

onverlet

unbehindert

2. onverlet (ongedeerd):

onverlet

unverletzt

onverlet

unversehrt form.

dat laat onverlet dat …

das ändert nichts an der Tatsache, dass …

on·ver·wijld¹ [ɔnvərwɛilt] PRZYM.

onverwijld

unverzüglich

onverwijld

umgehend

on·ver·hard [ɔnvərhɑrt] PRZYM.

onverhard

unbefestigt

on·ver·laat <onver|laten> [ɔnvərlat] RZ. r.m.

onverlaat

Bösewicht r.m.

onverlaat (jong persoon)

Rowdy r.m.

on·ver·deeld [ɔnvərdelt] PRZYM.

onverdeeld

vollkommen

onverdeeld

ungeteilt

onverdeeld

ganz

met onverdeelde aandacht

mit ungeteilter Aufmerksamkeit

het was geen onverdeeld genoegen

es war kein reines Vergnügen

on·ver·hoopt [ɔnvərhopt] PRZYM.

onverhoopt

unverhofft

on·ver·richt [ɔnvərɪxt] PRZYM.

onverrichter zake terugkeren

unverrichteter Dinge zurückkehren

on·ver·zorgd [ɔnvərzɔrxt] PRZYM.

1. onverzorgd (zonder verzorger):

onverzorgd

unversorgt

2. onverzorgd (slordig, niet verzorgd):

onverzorgd

ungepflegt

onverzorgd

schlampig pej.

on·ver·valst [ɔnvərvɑlst] PRZYM.

onvervalst

unverfälscht

onvervalst

waschecht pot.

een onvervalste Amsterdammer

ein waschechter Amsterdamer

on·ver·woest·baar [ɔnvərwustbar] PRZYM.

onverwoestbaar

unverwüstlich

onverwoestbaar

unzerstörbar