Tłumaczenia dla hasła „schandelijk“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

schan·de·lijk¹ <schandelijke, schandelijker, schandelijkst> [sxɑndələk] PRZYM.

schandelijk (onterend)

schändlich

schandelijk (onterend)

schmählich

schandelijk (sterker)

frevelhaft

een schandelijk gedrag

ein schändliches Verhalten

schan·de·lijk² [sxɑndələk] PRZYSŁ. (zeer erg)

schandelijk

entsetzlich

schandelijk

schrecklich

schandelijk

fürchterlich

hij heeft zijn plicht schandelijk verwaarloosd

er hat seine Pflicht sträflich vernachlässigt

Przykładowe zdania ze słowem schandelijk

een schandelijk gedrag

ein schändliches Verhalten

hij heeft zijn plicht schandelijk verwaarloosd

er hat seine Pflicht sträflich vernachlässigt