Tłumaczenia dla hasła „seeländisch“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

spo·ra·disch [sporadis] PRZYM.

sporadisch

sporadisch

sporadisch

vereinzelt

elas·tisch <elastische, elastischer, meest elastisch> [elɑstis] PRZYM.

1. elastisch:

elastisch (letterlijk)

elastisch

elastisch (rekbaar)

dehnbar

2. elastisch przen.:

elastisch

flexibel

elastisch

anpassungsfähig

At·lan·tisch [ɑtlɑntis] PRZYM.

Atlantisch

atlantisch

de Atlantische Oceaan

der Atlantik

een hogedrukgebied boven de Atlantische Oceaan

ein atlantisches Hoch

het Atlantisch Pact

der Atlantikpakt

ar·ca·disch [ɑrkadis] PRZYM.

arcadisch

arkadisch

arcadische poëzie

arkadische Dichtung r.ż.

arcadische poëzie

Hirtendichtung r.ż.

arcadische poëzie

Schäferdichtung r.ż.

Tsja·disch [tʃaːdis] PRZYM.

Tsjadisch

tschadisch

me·tho·disch <methodische, methodischer, meest methodisch> [metodis] PRZYM.

1. methodisch (volgens een methode):

methodisch

methodisch

2. methodisch (ordelijk):

methodisch

planmäßig

methodisch

systematisch

Bel·gisch [bɛlɣis] PRZYM.

Belgisch

belgisch

Oost-In·disch [ostɪndis] PRZYM.

Oost-Indisch

ostindisch

Oost-Indisch doof zijn

sich taub stellen

de Oost-Indische inkt

die Ausziehtusche

trans-At·lan·tisch [trɑnsɑtlɑntis] PRZYM.

trans-Atlantisch

transatlantisch