Tłumaczenia dla hasła „kolossalisch“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ko·los·ˈsal [kolɔˈsaːl, kɔlɔˈsaːl] PRZYM. PRZYSŁ.

1. kolossal (gewaltig):

kolossal

kolossaal

kolossal

reusachtig

kolossal

gigantisch

kolossal

monumentaal

2. kolossal pot. przen. (außergewöhnlich):

kolossal

buitengewoon

kolossal

fantastisch

kolossaler Blödsinn

gruwelijke onzin [o. nonsens]

3. kolossal (außerordentlich, äußerst):

kolossal

buitengewoon

kolossal

uitermate

kolossal

enorm

pos·ˈta·lisch [pɔsˈtaːlɪʃ] PRZYM.

1. postalisch:

postalisch

postaal

postalisch

de post betreffend

2. postalisch:

postalisch

per post

ko·lum·bi·ˈa·nisch [kolʊmˈbi̯aːnɪʃ] PRZYM.

kolumbianisch

Colombiaans

mo·ˈra·lisch [moˈraːlɪʃ] PRZYM.

1. moralisch (tugendhaft):

moralisch

deugdzaam

moralisch

keurig

moralisch

onberispelijk

einen Moralischen haben pot.

een morele kater [o. een katterig gevoel] hebben

eine moralische Ohrfeige bekommen pot.

een stevige terechtwijzing krijgen

2. moralisch (sittsam):

moralisch

moreel

moralisch

zedelijk

3. moralisch (moralisch lehrreich):

moralisch

moraliserend

jdm moralisch kommen pot.

iem de les lezen

so·ˈma·lisch [zoˈmaːlɪʃ] PRZYM.

somalisch

Somalisch

vo·ˈka·lisch [voˈkaːlɪʃ] PRZYM.

vokalisch

met een vocaal [o. klinker]

vokalisch

vocaal-

vokalisch

als een vocaal

ˈamo·ra·lisch [ˈaːmoraːlɪʃ, amoˈraːlɪʃ] PRZYM. (außerhalb moralischer Werte, unmoralisch)

amoralisch

amoreel

fis·ˈka·lisch [fɪsˈkaːlɪʃ] PRZYM.

fiskalisch

fiscaal

kan·ni·ˈba·lisch [kaniˈbaːlɪʃ] PRZYM.

1. kannibalisch:

kannibalisch

kannibaals

2. kannibalisch przen. (unmenschlich):

kannibalisch

kannibaals

kannibalisch

onmenselijk

3. kannibalisch pot. żart.:

kannibalisch

kolossaal

kannibalisch

fantastisch

wir fühlen uns kannibalisch wohl

we voelen ons kiplekker [o. fantastisch]

Ko·lo·ni·a·ˈlis·mus <Kolonialismus> [koloni̯aˈlɪsmʊs] RZ. r.m. kein l.mn.

Kolonialismus

kolonialisme r.n.

Ko·lo·ni·ˈal·macht RZ. r.ż.

Kolonialmacht

koloniale mogendheid

Ko·lo·ni·ˈal·reich RZ. r.n.

Kolonialreich

koloniaal rijk r.n.

ko·lo·ni·a·li·ˈsie·ren [koloni̯aliˈziːrən] CZ. cz. przech.

kolonialisieren

kolonialiseren