Tłumaczenia dla hasła „korbwagen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈvor·wa·gen CZ. cz. zwr.

vorwagen

zich naar voren wagen

vorwagen przen.

zijn nek uitsteken

ˈher·wa·gen CZ. cz. zwr.

herwagen

(hierheen) durven te komen

ˈTrieb·wa·gen RZ. r.m.

Triebwagen

motor(spoor)wagen

ˈBei·wa·gen RZ. r.m.

Beiwagen

zijspan r.n.

Beiwagen

sidecar

ˈhin·wa·gen CZ. cz. zwr.

hinwagen

erheen durven (te gaan)

ˈNeu·wa·gen RZ. r.m.

Neuwagen

nieuwe auto [o. wagen]

ˈKran·wa·gen RZ. r.m.

1. Kranwagen:

Kranwagen

takelauto

Kranwagen

takelwagen

2. Kranwagen (Wagen auf Rädern mit einem Kran):

Kranwagen

kraanwagen

ˈLast·wa·gen RZ. r.m.

Lastwagen

vrachtwagen

ˈHand·wa·gen RZ. r.m.

Handwagen

handkar

ˈKühl·wa·gen RZ. r.m. KOL.

Kühlwagen (Lkw mit Kühlaggregat)

koelwagen

Kühlwagen (Lkw mit Kühlaggregat)

koelwagon

Kühlwagen (Lkw mit Kühlaggregat)

koelauto

ˈLeih·wa·gen RZ. r.m.

Leihwagen

huurauto

Leihwagen

huurwagen

ˈMiet·wa·gen RZ. r.m.

Mietwagen

huurwagen

Mietwagen

huurauto

ˈMüll·wa·gen RZ. r.m.

Müllwagen

vuilniswagen