Tłumaczenia dla hasła „uitsteken“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

uit·ste·ken¹ <stak uit, h. uitgestoken> [œytstekə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. uitsteken:

uitsteken (naar buiten steken)

herausragen

uitsteken (naar buiten steken)

hinausragen

uitsteken (naar voren)

hervorstehen

uitsteken (oren)

abstehen

zijn hoofd stak boven het water uit

sein Kopf ragte aus dem Wasser

een uitstekende kin

ein ausladendes Kinn

2. uitsteken (reiken, komen):

uitsteken ook przen.

überragen

uitsteken ook przen.

hinausragen über +B.

boven de massa uitsteken

aus der Masse herausstechen

boven alle anderen uitsteken ook przen.

alle anderen überragen

uit·ste·ken² <stak uit, h. uitgestoken> [œytstekə(n)] CZ. cz. przech.

1. uitsteken (naar buiten steken):

uitsteken

herausstrecken

uitsteken

hinausstrecken

zijn hand uitsteken

seine Hand ausstrecken

tegen iem de tong uitsteken

jdm die Zunge herausstrecken

2. uitsteken (uitstrekken):

uitsteken

ausstrecken

ergens geen hand [o. vinger ] naar uitsteken przen.

keinen Finger rühren

ergens geen hand [o. vinger ] naar uitsteken przen.

keinen Finger krummmachen

zijn nek uitsteken przen.

sich weit vorwagen

3. uitsteken (stekend verwijderen):

uitsteken

ausstechen

Przykładowe zdania ze słowem uitsteken

boven de massa uitsteken

aus der Masse herausstechen

boven de middelmaat uitsteken

sich über den Durchschnitt erheben

boven alle anderen uitsteken ook przen.

alle anderen überragen

zijn voelhoorns uitsteken ook przen.

seine Fühler ausstrecken

zijn hand uitsteken

seine Hand ausstrecken

zijn nek uitsteken przen.

sich weit vorwagen

geen poot uitsteken

keinen Finger rühren

zijn tong uitsteken tegen iem

jdm die Zunge herausstrecken

een hoofd boven iem uitsteken

jdn um Kopfeslänge überragen

tegen iem de tong uitsteken

jdm die Zunge herausstrecken

geen vinger voor iem uitsteken

keinen Finger für jdn rühren

geen hand voor iem/iets uitsteken

keine Hand für jdn/etw rühren pot.

met kop en schouders boven iem uitsteken przen.

jdm haushoch überlegen sein

ergens geen hand [o. vinger ] naar uitsteken przen.

keinen Finger rühren