Tłumaczenia dla hasła „niedersteigen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈnie·der·sto·ßen² CZ. cz. przech. niereg. podn.

niederstoßen

neerstoten

niederstoßen

omverstoten

ˈnie·der·le·gen² CZ. cz. zwr. podn. (sich hinlegen)

niederlegen

gaan liggen

niederlegen

naar bed gaan

ˈnie·der·schrei·ben CZ. cz. przech. niereg.

niederschreiben

neerschrijven

niederschreiben

opschrijven

ˈnie·der·schla·gen¹ CZ. cz. przech. niereg.

1. niederschlagen (zu Boden schlagen):

niederschlagen

neerslaan

niederschlagen

tegen de grond slaan

2. niederschlagen (umschlagen):

niederschlagen

neerslaan

niederschlagen

omslaan

den Kragen niederschlagen

de kraag neerslaan

3. niederschlagen (unterdrücken):

niederschlagen

onderdrukken

einen Aufstand niederschlagen

een opstand onderdrukken

4. niederschlagen PR. (ausfällen):

niederschlagen

niet vervolgen

niederschlagen

seponeren

ein Verfahren niederschlagen

een zaak seponeren

5. niederschlagen PR. (erlassen):

niederschlagen

kwijtschelden

ˈnie·der·schie·ßen CZ. cz. przech. niereg.

niederschießen

neerschieten

niederschießen

doodschieten