Tłumaczenia dla hasła „versplinterde“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

zer·ˈsplit·tern¹ CZ. cz. nieprzech.

zersplittern

(ver)splinteren

ver·ˈspannt PRZYM.

verspannt

stijf

verspannt

gespannen

verspannt

verkrampt

ver·ˈspä·ten [fɛɐ̯ˈʃpɛːtn̩] CZ. cz. zwr.

verspäten

zich verlaten

verspäten

vertraging hebben

ver·ˈspielt [fɛɐ̯ˈʃpiːlt] PRZYM.

verspielt

speels

ver·ˈspei·sen CZ. cz. przech. podn.

verspeisen

opeten

ver·ˈsper·ren¹ CZ. cz. przech.

versperren

versperren

versperren

barricaderen

versperren

belemmeren

ver·ˈspie·len¹ CZ. cz. nieprzech. (eine Niederlage erleiden)

verspielen

een nederlaag lijden

verspielen

verliezen

bei jdm verspielt haben

het bij iem verbruid [o. verkorven] hebben

ver·ˈspot·ten CZ. cz. przech.

verspotten

bespotten

verspotten

de spot drijven met

verspotten

belachelijk [o. bespottelijk] maken

ver·ˈspon·nen [-ˈʃpɔnən] PRZYM.

versponnen

zonderling

versponnen

wonderlijk

ver·ˈsprit·zen CZ. cz. przech.

1. verspritzen:

verspritzen

(ver)spuiten

verspritzen

verstuiven

verspritzen

versproeien

2. verspritzen:

verspritzen

verspuiten

verspritzen

spuitend gebruiken

3. verspritzen:

verspritzen

volspatten