Tłumaczenia dla hasła „verkreuke“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ver·kreu·ken¹ <verkreukte, h. verkreukt.> CZ. cz. przech.

verkreuken → verkreukelen¹

Zobacz też verkreukelen , verkreukelen

ver·kreu·ke·len² <verkreukelde, i. verkreukeld> [vərkrøkələ(n)] CZ. cz. nieprzech. (kreukels krijgen)

verkreukelen

knittern

ver·kreu·ke·len¹ <verkreukelde, h. verkreukeld> [vərkrøkələ(n)] CZ. cz. przech.

verkreukelen (door kreuken bederven)

zerknittern

verkreukelen (tot een prop maken)

zerknüllen

verkreukelen (tot een prop maken)

zerknautschen pot.

ver·kreu·ke·len¹ <verkreukelde, h. verkreukeld> [vərkrøkələ(n)] CZ. cz. przech.

verkreukelen (door kreuken bederven)

zerknittern

verkreukelen (tot een prop maken)

zerknüllen

verkreukelen (tot een prop maken)

zerknautschen pot.

ver·kre·gen [vərkreɣə(n)] PRZYM.

verkregen

erworben

verkregen recht jur.

wohlerworbene(s) Recht r.n.

ver·kneu·ke·len <verkneukelde zich, h. zich verkneukeld> [vərknøkələ(n)] CZ. wk ww

verkneukelen

sich heimlich freuen

verkneukelen (zich de handen wrijven)

sich C. die Hände reiben

hij verkneukelde zich al bij de gedachte alleen

er freute sich heimlich schon allein bei dem Gedanken

zich in iets verkneukelen pej.

sich an etw C. weiden