Tłumaczenia dla hasła „gebrannter“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ge·ˈbrannt [gəˈbrant] CZ.

gebrannt im. cz. przeszł. von brennen¹, brennen²

Zobacz też brennen , brennen

ˈbren·nen² <brannte, gebrannt> [ˈbrɛnən] CZ. cz. nieprzech.

brennen

branden

brennen przen. a.

gloeien

brennen przen. a.

staan te trappelen

er brannte auf Rache

hij zon op wraak

das Geheimnis brennt mir auf der Seele

het geheim brandt op mijn ziel

es brennt!

(er is) brand!

es brennt! przen. SPORT

(je bent) warm!

die Augen/Füße brennen mir (vor Müdigkeit)

mijn ogen/voeten branden (van vermoeidheid)

vor Neugier/Ungeduld brennen

van nieuwsgierigheid/ongeduld [o. branden] [o. staan te trappelen] [o. popelen]

wo brennt es denn? przen.

waarom zo'n haast?

ˈbren·nen¹ <brannte, gebrannt> [ˈbrɛnən] CZ. cz. przech.

brennen

branden

jdm eins auf den Pelz brennen

op iem schieten

das gebrannte Kind przen.

het zwarte schaap

das gebrannte Kind przen.

de gebeten hond

ˈbren·nen¹ <brannte, gebrannt> [ˈbrɛnən] CZ. cz. przech.

brennen

branden

jdm eins auf den Pelz brennen

op iem schieten

das gebrannte Kind przen.

het zwarte schaap

das gebrannte Kind przen.

de gebeten hond

ˈbren·nen² <brannte, gebrannt> [ˈbrɛnən] CZ. cz. nieprzech.

brennen

branden

brennen przen. a.

gloeien

brennen przen. a.

staan te trappelen

er brannte auf Rache

hij zon op wraak

das Geheimnis brennt mir auf der Seele

het geheim brandt op mijn ziel

es brennt!

(er is) brand!

es brennt! przen. SPORT

(je bent) warm!

die Augen/Füße brennen mir (vor Müdigkeit)

mijn ogen/voeten branden (van vermoeidheid)

vor Neugier/Ungeduld brennen

van nieuwsgierigheid/ongeduld [o. branden] [o. staan te trappelen] [o. popelen]

wo brennt es denn? przen.

waarom zo'n haast?