Tłumaczenia dla hasła „uitwenen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ent·ˈwen·den [-ˈvɛndn̩] CZ. cz. przech. podn.

entwenden

ontvreemden

entwenden

verduisteren

ˈWit·wen·ren·te RZ. r.ż.

Witwenrente

weduwepensioen r.n.

ˈdie·nen [ˈdiːnən] CZ. cz. nieprzech.

dienen

dienen

womit kann ich Ihnen dienen?

waarmee kan ik u van dienst zijn?

mit schönen Worten ist uns nicht gedient

met mooie woorden zijn we niet geholpen

zu dienen!

tot uw dienst!

ˈaus·die·nen CZ. cz. nieprzech. pot.

ausdienen

uitdienen

der Apparat hat ausgedient

het apparaat heeft uitgediend [o. z'n tijd gehad]

ˈZeit·wen·de RZ. r.ż.

1. Zeitwende:

Zeitwende

begin r.n. van de christelijke jaartelling

2. Zeitwende:

Zeitwende

overgang [o. keerpuntr.n. ] in de geschiedenis

be·ˈdie·nen¹ CZ. cz. zwr.

bedienen

zich bedienen

sich einer Sache D. bedienen

zich van iets bedienen

ˈschie·nen [ˈʃiːnən] CZ. cz. przech.

1. schienen MED.:

schienen

spalken

2. schienen HIST.:

schienen

een wapenrusting aanleggen

ˈum·be·nen·nen CZ. cz. przech. niereg.

umbenennen

hernoemen

umbenennen

een andere naam geven

umbenennen

herdopen

ˈde·nen¹ [ˈdeːnən] ZAIM. dem

1. denen pot.:

denen

hen

denen

die daar

wie konntest du denen nur vertrauen?

hoe kon je hen [o. die lui] toch vertrouwen?

2. denen:

denen

die

denen

degenen

denen

zij

denen, die keine Zeit haben, wird empfohlen …

degenen, die geen tijd hebben, wordt aanbevolen …