Tłumaczenia dla hasła „Einstreu“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

eind·streep <eind|strepen> [ɛintstrep] RZ. r.ż.

eindstreep

Ziel r.n.

eindstreep

Ziellinie r.ż.

de eindstreep niet halen

das Ziel nicht erreichen

de eindstreep niet halen onderw.

das Klassenziel nicht erreichen

min·streel <min|strelen> [mɪnstrel] RZ. r.m.

minstreel

Minstrel r.m.

minstreel

Spielmann r.m.

de·sas·treus <desastreuze, desastreuzer, meest desastreus> [dezɑstrøs] PRZYM.

desastreus

verheerend

desastreus

katastrophal

wijn·streek <wijn|streken> [wɛinstrek] RZ. r.ż.

wijnstreek

Weingegend r.ż.

mijn·streek <mijn|streken> [mɛinstrek] RZ. r.ż.

mijnstreek

Bergbaurevier r.n.

eind·strijd [ɛintstrɛit] RZ. r.m. geen l.mn.

eindstrijd

Endkampf r.m.

eindstrijd SPORT

Finale r.n.

eindstrijd SPORT

Endspiel r.n.

trein·stel <treinstel|len> [trɛinstɛl] RZ. r.n.

treinstel

Zug r.m.

treinstel

Zuggarnitur r.ż. spec.