Tłumaczenia dla hasła „Pensioenfondsen“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

pen·si·oen·fonds <pensioenfonds|en> [pɛnʃunfɔnts] RZ. r.n.

pensioenfonds (van de overheid)

Rentenversicherungsanstalt r.ż.

pensioenfonds (van bedrijven enz. ter aanvulling van de wettelijke regeling)

Pensionskasse r.ż.

pen·si·on·hou·der <pensionhouder|s> [pɛnʃɔnhɑudər] RZ. r.m.

pensionhouder

Pensionsinhaber r.m.

pen·sion·houd·ster RZ. r.ż.

pensionhoudster forma żeńska od pensionhouder

Zobacz też pensionhouder

pen·si·on·hou·der <pensionhouder|s> [pɛnʃɔnhɑudər] RZ. r.m.

pensionhouder

Pensionsinhaber r.m.

pen·si·o·ne·ren <pensioneerde, h. gepensioneerd> [pɛnʃonerə(n)] CZ. cz. przech.

pensioneren (ambtenaren)

pensionieren

pensioneren (werknemers)

auf Rente setzen

pensioneren (werknemers)

berenten pot.

pensioneren (hoogleraren)

emeritieren

pen·si·oen <pensioen|en> [pɛnʃun] RZ. r.n.

pensioen (ambtenaren)

Pension r.ż.

pensioen (andere werknemers)

Rente r.ż.

pensioen genieten

eine Pension [o. Rente] beziehen

met pensioen gaan

in Pension gehen

met pensioen gaan

in [o. auf] Rente gehen

pen·si·on·gast <pensiongast|en> [pɛnʃɔŋɣɑst] RZ. r.m.

pensiongast

Pensionsgast r.m.

pensiongast

Hausgast r.m.