Tłumaczenia dla hasła „T-Stück“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

truck <truck|s> [trʏk] RZ. r.m.

1. truck:

truck (draaibaar onderstel: vrachtauto)

Drehgelenk r.n.

truck (draaibaar onderstel: spoorwagen)

Drehgestell r.n.

2. truck (vrachtauto met draaibaar onderstel):

truck

Sattelschlepper r.m.

truck

Sattelzugmaschine r.ż.

3. truck (open vrachtauto):

truck

Pritschenwagen r.m.

4. truck (heftruck):

truck

Gabelstapler r.m.

stick <stick|s> [stɪk] RZ. r.m.

stick

Schläger r.m.

stick

Hockeyschläger r.m.

puck <puck|s> [pʏk] RZ. r.m.

puck

Puck r.m.

shock <shock|s> [ʃɔk] RZ. r.m.

shock

Schock r.m.

snack [snɛk]

snack [[o. snɑk]] snack|s RZ. r.m.:

snack

Snack r.m.

stuff [stʏf] RZ. r.m. geen l.mn.

stuff

Stoff r.m. slang

stuff

Drogen l.mn.

stuff (hasj)

Shit r.m. r.n. r.n. slang

stuip <stuip|en> [stœyp] RZ. r.ż.

iem de stuipen op het lijf jagen przen.

jdm einen gewaltigen Schreck einjagen

stuit <stuit|en> [stœyt] RZ. r.ż.

stuit

Steiß r.m.

stulp <stulp|en> [stʏlp] RZ. r.ż.

1. stulp (woning):

stulp

Hütte r.ż.

2. stulp (stolp):

stulp

Glocke r.ż.

stunt <stunt|s> [stʏnt] RZ. r.m.

stunt (onverwachte, opvallende daad)

≈ Kunststück r.n.

stunt (gewaagde stunt)

Husarenstreich r.m.

een stunt uithalen [o. uitvoeren ]

ein Kunststück vollführen

stuud <stuud|s> [styt] RZ. r.m. pej.

stuud

Büffler r.m.

stuud

Streber r.m.

stuur <sturen> [styr] RZ. r.n.

1. stuur:

stuur

Steuerung r.ż.

stuur

Lenkung r.ż.

stuur (stuurinrichting: auto)

Lenkrad r.n.

stuur (stuurinrichting: auto)

Steuer r.n.

stuur (stuurinrichting: schip, vliegtuig)

Steuer r.n.

stuur (stuurinrichting: fiets)

Lenkstange r.ż.

stuur (stuurinrichting: fiets)

Lenker r.m.

de macht over het stuur verliezen

die Gewalt über sein Fahrzeug verlieren

2. stuur (het sturen):

stuur

Steuerung r.ż.

stuur

Lenkung r.ż.