Tłumaczenia dla hasła „Vorschriften“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

voor·schrift <voorschrift|en> [vorsxrɪft] RZ. r.n.

1. voorschrift (het voorschrijven):

voorschrift

Vorschreiben r.n.

voorschrift med.

Verordnung r.ż.

op voorschrift van de dokter

auf ärztliche Verordnung

2. voorschrift med.:

voorschrift (wat voorgeschreven is)

Vorschrift r.ż.

voorschrift (wat voorgeschreven is)

Verordnung r.ż.

voorschrift (order)

Anweisung r.ż.

in strijd met de voorschriften

vorschriftswidrig

volgens voorschrift

vorschriftsgemäß

schif·ten² <schiftte, h./i. geschift> [sxɪftə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. schiften (melk):

schiften

gerinnen

2. schiften (verf):

schiften

flocken

schiften

klumpen

3. schiften (de wind):

schiften

sich drehen

4. schiften (doorschieten):

schiften

schießen

op·schrift <opschrift|en> [ɔpsxrɪft] RZ. r.n.

1. opschrift (wat op iets geschreven is):

opschrift

Inschrift r.ż.

opschrift

Aufschrift r.ż.

het opschrift van een munt

die Inschrift (auf) einer Münze

2. opschrift (boeken, geschriften):

opschrift

Titel r.m.

opschrift

Überschrift r.ż.

het opschrift van een boek

der Titel eines Buches

de opschriften van de hoofdstukken

die Überschriften der Kapitel

mor·se·schrift [mɔrsəsxrɪft] RZ. r.n. geen l.mn.

morseschrift

Morsealphabet r.n.

af·schrift <afschrift|en> [ɑfsxrɪft] RZ. r.n.

afschrift

Abschrift r.ż.

afschrift adm.

Duplikat r.n.

ge·schrift <geschrift|en> [ɣəsxrɪft] RZ. r.n.

geschrift

Schrift r.ż.

valsheid in geschrift(e) plegen

Urkundenfälschung begehen

opruiend/polemisch geschrift

Hetz-/Streitschrift r.ż.

na·schrift <naschrift|en> [nasxrɪft] RZ. r.n.

naschrift (bijv. brief)

Nachschrift r.ż.

naschrift (bij instanties)

Nachtrag r.m.

bij·schrift <bijschrift|en> [bɛisxrɪft] RZ. r.n.

1. bijschrift (onderschrift):

bijschrift

Bildunterschrift r.ż.

bijschrift

Bildtext r.m.

2. bijschrift (kanttekening):

bijschrift

Randbemerkung r.ż.

bijschrift

Randglosse r.ż.

bijschrift

Randnotiz r.ż.

net·schrift <netschrift|en> [nɛtsxrɪft] RZ. r.n.

1. netschrift (cahier):

netschrift

Schönschreibheft r.n.

2. netschrift (net):

netschrift

Reinschrift r.ż.

on·der·schrift <onderschrift|en> [ɔndərsxrɪft] RZ. r.n.

onderschrift

Unterschrift r.ż.

onderschrift (ondertitel)

Untertitel r.m.

vorst·vrij [vɔrstfrɛi] PRZYM.

vorstvrij

frostfrei

vorst·grens <vorst|grenzen> [vɔrstxrɛns] RZ. r.ż.

vorstgrens

Frostgrenze r.ż.

no·ten·schrift <notenschrift|en> [notə(n)sxrɪft] RZ. r.n.

notenschrift

Notenschrift r.ż.