Tłumaczenia dla hasła „aandoenlijk“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

aan·doen·lijk <aandoenlijke, aandoenlijker, aandoenlijkst> [andunlək] PRZYM.

1. aandoenlijk (treffend, roerend):

aandoenlijk

ergreifend

aandoenlijk

rührend

een aandoenlijk verhaal

eine ergreifende Geschichte

2. aandoenlijk (vatbaar voor aandoeningen, indrukken):

aandoenlijk

empfindsam

een aandoenlijk gemoed

ein empfindsames Gemüt

Przykładowe zdania ze słowem aandoenlijk

een aandoenlijk verhaal

eine ergreifende Geschichte

een aandoenlijk gemoed

ein empfindsames Gemüt

een aandoenlijk toneel

ein rührendes Schauspiel