Tłumaczenia dla hasła „afvoer“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

af·voer [ɑfur] RZ. r.m. geen l.mn.

1. afvoer (vervoer naar elders):

afvoer

Abfuhr r.ż.

afvoer

Transport r.m.

de fabriek ligt gunstig voor de afvoer van goederen

die Fabrik liegt günstig für den Abtransport von Gütern

2. afvoer (het afwaarts voeren):

afvoer

Abfluss r.m.

3. afvoer (pijp):

afvoer

Abfluss r.m.

afvoer techn.

Auslass r.m.

Przykładowe zdania ze słowem afvoer

de fabriek ligt gunstig voor de afvoer van goederen

die Fabrik liegt günstig für den Abtransport von Gütern