Tłumaczenia dla hasła „bruggenbouwer“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

been·hou·wer <beenhouwer|s> [benhɑuwər] RZ. r.m.

beenhouwer

Fleischer r.m.

beenhouwer

Metzger r.m.

wijn·bou·wer <wijnbouwer|s> [wɛimbɑuwər] RZ. r.m.

wijnbouwer

Weinbauer r.m.

wijnbouwer

Winzer r.m.

steen·hou·wer <steenhouwer|s> [stenhɑuwər] RZ. r.m.

1. steenhouwer (iem die steen loshakt):

steenhouwer

Steinbrucharbeiter r.m.

2. steenhouwer (iem die steen bewerkt):

steenhouwer

Steinmetz r.m.

steenhouwer

Steinhauer r.m.

we·gen·bouw [weɣə(n)bɑu] RZ. r.m. geen l.mn.

wegenbouw

Straßenbau r.m. kein l.mn.

rug·gen·merg [rʏɣə(n)mɛrx] RZ. r.n. geen l.mn.

ruggenmerg

Rückenmark r.n.

hui·zen·bouw [hœyzə(n)bɑu] RZ. r.m. geen l.mn.

huizenbouw

Bau r.m. von Häusern

mug·gen·beet <muggen|beten> [mʏɣə(n)bet] RZ. r.m.

muggenbeet

Mückenstich r.m.

hij zit vol muggenbeten

die Mücken haben ihn total zerstochen

rug·gen·steu·nen <ruggensteunde, h. geruggensteund> [rʏɣə(n)stønə(n)] CZ. cz. przech.

1. ruggensteunen (steunen in de rug):

ruggensteunen

(im Rücken) stützen

geruggensteund door kussens

gestützt durch Kissen

2. ruggensteunen (bijstaan):

ruggensteunen

unterstützen