Tłumaczenia dla hasła „deelfiets“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

da·mes·fiets <damesfiets|en> [daməsfits] RZ. r.ż.

damesfiets

Damenfahrrad r.n.

he·ren·fiets <herenfiets|en> [herə(n)fits] RZ. r.ż.

herenfiets

Herren(fahr)rad r.n.

lig·fiets <ligfiets|en> [lɪxfits] RZ. r.ż.

ligfiets

Liegefahrrad r.n.

oma·fiets <omafiets|en> [omafits] RZ. r.ż.

omafiets

Hollandrad r.n.

brom·fiets <bromfiets|en> [brɔmfits] RZ. r.ż.

bromfiets

Moped r.n.

bromfiets (licht)

Motorfahrrad r.n.

bromfiets (licht)

Mofa r.n.

race·fiets <racefiets|en> [resfits] RZ. r.ż.

racefiets

Rennrad r.n.

vouw·fiets <vouwfiets|en> [vɑufits] RZ. r.ż.

vouwfiets

Klapprad r.n.

deel·ach·tig [delɑxtəx] PRZYM.

deelachtig

teilhaftig

deel·ge·no·te RZ. r.ż.

deelgenote forma żeńska od deelgenoot

Zobacz też deelgenoot

deel·ge·noot <deel|genoten> [delɣənot] RZ. r.m.

1. deelgenoot:

deelgenoot (iem die met een ander iets deelt: geheim)

Mitwisser r.m.

deelgenoot (iem die met een ander iets deelt: ongeluk)

Schicksalsgenosse r.m.

iem deelgenoot maken van een geheim

jdm ein Geheimnis anvertrauen

iem deelgenoot van zijn vreugde maken

jdn an seiner Freude teilnehmen lassen

2. deelgenoot (compagnon):

deelgenoot

Kompagnon r.m.

deelgenoot

Partner r.m.

deel·neem·ster RZ. r.ż.

deelneemster forma żeńska od deelnemer

Zobacz też deelnemer

deel·ne·mer <deelnemer|s> [delnemər] RZ. r.m.

deelnemer

Teilnehmer r.m.

cross·fiets <crossfiets|en> [krɔsfits] RZ. r.ż.

crossfiets

BMX-Rad r.n.

crossfiets

Crossrad r.n.