Tłumaczenia dla hasła „deelt“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

deels [dels] PRZYSŁ.

deels

teils

deels

teilweise

deels om die reden, deels om een andere

teils aus diesem, teils aus einem anderen Grund

teelt <teelt|en> [telt] RZ. r.ż.

teelt

Zucht r.ż.

teelt (m.b.t. gewassen ook)

Anbau r.m.

teelt (m.b.t. gewassen ook)

Kultur r.ż.

de teelt van druiven

der Anbau von Trauben

eigen teelt

eigene(r) Anbau r.m.

de gemengde teelt

die Mischkultur

de teelt van oesters

die Austernzucht

deel¹ <delen> [del] RZ. r.ż.

1. deel (planken vloer):

deel

Diele r.ż.

2. deel (dorsvloer):

deel

Tenne r.ż.

deel·tal <deeltal|len> [deltɑl] RZ. r.n.

deeltal

Dividend r.m.

deel·taxi <deeltaxi|'s> [deltɑksi] RZ. r.m.

deeltaxi

Sammeltaxi r.n.

fielt <fielt|en> [filt] RZ. r.m.

fielt

Halunke r.m.

fielt

Schurke r.m.

spelt [spɛlt] RZ. r.ż. geen l.mn.

spelt

Dinkel r.m.

stelt <stelt|en> [stɛlt] RZ. r.ż. ook przen.

stelt

Stelze r.ż.

de boel op stelten zetten

alles auf den Kopf stellen

het hele huis stond [o. was] op stelten

das ganze Haus war in Aufregung

del·ta <delta|'s> [dɛlta] RZ. r.ż.

1. delta (Griekse letter):

delta

Delta r.n.

2. delta aardr.:

delta

Delta r.n.

3. delta (rivierarmen):

delta

Flussdelta r.n.

delta

Delta r.n.

4. delta (vliegtuig):

delta

Deltaflugzeug r.n.

deel·som <deelsom|men> [delsɔm] RZ. r.ż.

deelsom

Teilungsaufgabe r.ż.

deelsom

Divisionsaufgabe r.ż.

in·teelt [ɪntelt] RZ. r.ż. geen l.mn.

inteelt

Inzucht r.ż.

ver·eelt PRZYM.

1. vereelt (tot eelt geworden):

vereelt

schwielig

2. vereelt przen.:

vereelt

verhärtet