Tłumaczenia dla hasła „gevoelloos“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

ge·voel·loos [ɣəvulos] PRZYM.

1. gevoelloos:

gevoelloos (levenloos)

leblos

gevoelloos (lichaamsdeel)

taub

gevoelloos (lichaamsdeel)

gefühllos

gevoelloos (zaak)

tot

gevoelloos (ongevoelig voor)

unempfindlich gegen

een gevoelloos stuk hout

ein totes Stück Holz

gevoelloos voor pijn

unempfindlich gegen Schmerzen

de te behandelen kies wordt gevoelloos gemaakt

der zu behandelnde Backenzahn wird betäubt

2. gevoelloos:

gevoelloos (hardvochtig: ten opzichte van anderen)

gefühllos

gevoelloos (hardvochtig: zonder gevoelens)

gefühlskalt

gevoelloos (hardvochtig: zonder gevoelens)

kaltherzig

gevoelloze naturen

gefühlskalte Menschen l.mn.

Przykładowe zdania ze słowem gevoelloos

een gevoelloos stuk hout

ein totes Stück Holz

gevoelloos voor pijn

unempfindlich gegen Schmerzen

de te behandelen kies wordt gevoelloos gemaakt

der zu behandelnde Backenzahn wird betäubt