niderlandzko » niemiecki
Widzisz podobne wyniki: ketters , ketter , ketteren , kettingzaag , kettingkast , ketterjacht , ketenen , keten , ketting , software , freeware , kettingreactie , kettingsteek , kettingroker i ketterij

ket·te·ren <ketterde, h. geketterd> [kɛtərə(n)] CZ. cz. nieprzech.

ket·ter <ketter|s> [kɛtər] RZ. r.m.

ket·ters [kɛtərs] PRZYM.

ket·ter·jacht <ketterjacht|en> [kɛtərjɑxt] RZ. r.ż.

ket·ting·kast <kettingkast|en> [kɛtɪŋkɑst] RZ. r.ż.

ket·ting·zaag <ketting|zagen> [kɛtɪŋzax] RZ. r.ż.

ket·te·rij <ketterij|en> [kɛtərɛi] RZ. r.ż.

ket·ting·ro·ker <kettingroker|s> [kɛtɪŋrokər] RZ. r.m.

ket·ting·steek <ketting|steken> [kɛtɪŋstek] RZ. r.m. (naaien, borduren)

ket·ting·re·ac·tie <kettingreactie|s> [kɛtɪŋrejɑksi] RZ. r.ż.

free·ware [friːwɛːr] RZ. r.m. geen l.mn.

soft·ware [sɔftwɛːr] RZ. r.m. geen l.mn.

ket·ting <ketting|en> [kɛtɪŋ] RZ. r.ż.

2. ketting (weefsels):

ketting
Kette r.ż.
ketting
Aufzug r.m.
de ketting scheren
die Kette aufziehen

ke·ten <keten|s, keten|en> [ketə(n)] RZ. r.ż.

1. keten (gevangenschap, gebondenheid) l.mn.:

keten
Ketten l.mn.
keten
Fesseln l.mn.
de ketens afschudden
die Fesseln abstreifen

2. keten (zware ketting):

keten
Kette r.ż.
de keten van de burgemeester
die Amtskette des Bürgermeisters

4. keten scheik.:

keten
Kette r.ż.

5. keten techn.:

keten
Kreis r.m.
keten
Stromkreis r.m.
keten
Schaltkreis r.m.

ke·te·nen <ketende, h. geketend> [ketənə(n)] CZ. cz. przech.

1. ketenen (aan een keten bevestigen):

ketenen
(an)ketten an +B.
ketenen
an die Kette legen

2. ketenen (boeien):

ketenen ook przen.
(an)ketten an +B.
ketenen ook przen.
fesseln

Przeszukaj słownik

niderlandzki

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Przeszukaj słowniki
Najbardziej popularne