Tłumaczenia dla hasła „nackedonier“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

Ma·ce·do·niër <Macedoniër|s> [masedoːniәr] RZ. r.m.

Macedoniër

Mazedonier r.m.

Ma·ce·do·nië [masedoːniә] RZ. r.n. geen l.mn.

Macedonië

Mazedonien r.n.

nacht·dier <nachtdier|en> [nɑɣdir] RZ. r.n.

nachtdier

Nachttier r.n.

aar·de·don·ker [ardədɔŋkər] PRZYM.

aardedonker

stockdunkel

Ma·ce·do·nisch [masedoːnis] PRZYM.

Macedonisch

mazedonisch

ge·don·der [ɣədɔndər] RZ. r.n. geen l.mn.

1. gedonder (geluid van de donder):

gedonder

Gedonner r.n.

gedonder

Donnern r.n.

2. gedonder (narigheid):

gedonder

Unannehmlichkeit r.ż.

gedonder

Ärger r.m.

gedonder

Schererei r.ż. pot.

daar heb je het gedonder

jetzt haben wir die Bescherung pot.

daar kun je een hoop gedonder mee krijgen

damit kannst du eine Menge Scherereien bekommen pot.

3. gedonder (gedonderjaag):

gedonder

Theater r.n. pot.

gedonder

Zirkus r.m. pot.

begint dat gedonder nu alweer?

geht das Theater jetzt schon wieder los? pot.

aal·moe·ze·nier <aalmoezenier|s> [almuzənir] RZ. r.m.

aalmoezenier gesch.

Militärgeistliche(r) r.m.

aalmoezenier (van gevangenen)

Gefängnisgeistliche(r) r.ż. (r.m.)

Ma·ce·do·ni·sche <Macedonische|n> [masedoːnisә] RZ. r.ż.

Macedonische forma żeńska od Macedoniër

Zobacz też Macedoniër

Ma·ce·do·niër <Macedoniër|s> [masedoːniәr] RZ. r.m.

Macedoniër

Mazedonier r.m.