Tłumaczenia dla hasła „namhafte“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

tram·hal·te [trɛmhɑltə]

tramhalte [[o. trɑmhɑltə]] tramhalte|s RZ. r.ż.:

tramhalte

Straßenbahnhaltestelle r.ż.

schaf·ten <schaftte, h. geschaft> [sxɑftə(n)] CZ. cz. nieprzech.

1. schaften (eten):

schaften

essen

2. schaften:

schaften (pauzeren)

eine Pause machen

schaften ('s ochtends)

eine Frühstückspause machen

na·maak [namak] RZ. r.m. geen l.mn.

namaak

Nachahmung r.ż.

namaak

Imitation r.ż.

na·ma·ken <maakte na, h. nagemaakt> [namakə(n)] CZ. cz. przech.

1. namaken (maken naar een model):

namaken

nacharbeiten

namaken

nachbilden

2. namaken (bedrieglijk nabootsen):

namaken

nachahmen

hij heeft mijn handtekening nagemaakt

er hat meine Unterschrift nachgeahmt

na·me·ten <mat na, h. nagemeten> [nametə(n)] CZ. cz. przech.

nameten

nachmessen

af·gif·te [ɑfxɪftə] RZ. r.ż. geen l.mn.

afgifte

Abgabe r.ż.

afgifte (documenten)

Ausstellung r.ż.

afgifte (goederen)

Auslieferung r.ż.

afgifte (bij postkantoor of station)

Aufgabe r.ż.

afgifte van bagage

die Gepäckausgabe

een bewijs van afgifte

die Auslieferungsbescheinigung

de datum van afgifte

das Ausstellungsdatum

tegen afgifte van het reçu

gegen Abgabe der Empfangsbestätigung

aan·gif·te <aangifte|n, aangifte|s> [aŋɣɪftə] RZ. r.ż.

aangifte jur.

Angabe r.ż.

aangifte (officieel)

Anzeige r.ż.

aangifte (bij douane)

Zollerklärung r.ż.

aangifte doen

Anzeige erstatten