niderlandzko » niemiecki

oor·spron·ke·lijk1 <oorspronkelijke, oorspronkelijker, oorspronkelijkst> [orsprɔŋkələk] PRZYM.

2. oorspronkelijk (niet van anderen overgenomen):

oorspronkelijk
oorspronkelijk
beide boeken waren oorspronkelijk
die dichter schrijft zeer oorspronkelijk

3. oorspronkelijk (geen anderen navolgend):

oorspronkelijk
oorspronkelijk
een oorspronkelijk kunstenaar

oor·spron·ke·lijk2 [orsprɔŋkələk] PRZYSŁ. (in het begin)

oorspronkelijk
de kleur was oorspronkelijk grijs

Przykładowe zdania ze słowem oorspronkelijk

beide boeken waren oorspronkelijk
een oorspronkelijk kunstenaar
die dichter schrijft zeer oorspronkelijk
de kleur was oorspronkelijk grijs

Interfejs: Deutsch | English | Español | Italiano | Polski