Tłumaczenia dla hasła „speckiger“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

spe·ci·fi·ce·ren <specificeerde, h. gespecificeerd> [spesifiserə(n)] CZ. cz. przech.

specificeren

spezifizieren

spe·ci·aal¹ <speciale, specialer, speciaalst> [speʃal] PRZYM. (bijzonder)

speciaal

speziell

speciaal

Sonder-

speciaal

Spezial-

de speciale aanbieding

das Sonderangebot

het speciale commando

das Sonderkommando

het speciale commando

das Rollkommando

de speciale commissie

der Sonderausschuss

de speciale editie

die Extraausgabe

de speciale editie

die Sonderausgabe

een speciaal geval

ein Sonderfall

de speciale opleiding

die Spezialausbildung

de speciale postzegel

die Sammlermarke

de speciale postzegel

die Sondermarke

tegen een speciale prijs

zum Sonderpreis

de speciale uitzending

die Sondersendung

het speciale verdrag

das Sonderabkommen

het speciale verdrag

das Einzelabkommen

de speciale vergunning

die Sondererlaubnis

de speciale vergunning

die Sondergenehmigung

spe·ci·fiek² [spesifik] PRZYSŁ.

1. specifiek (typisch):

specifiek

spezifisch

specifiek

auf eine spezifische Art

specifiek

typisch

iets specifiek Hollands

etw spezifisch [o. typisch] Holländisches

2. specifiek (in afzonderlijke onderdelen):

specifiek

spezifiziert

3. specifiek (nadrukkelijk):

specifiek

ausdrücklich

specifiek

speziell

specifiek

extra

ergens specifiek op wijzen

ausdrücklich auf etw B. hinweisen

rei·zi·ger <reiziger|s> [rɛizəɣər] RZ. r.m.

reiziger

Reisende(r) r.m.

reiziger (passagier)

Fahrgast r.m.

reiziger (passagier in een vliegtuig)

Fluggast r.m.

zes·ti·ger <zestiger|s> [sɛstəɣər] RZ. r.m.

zestiger

Sechziger r.m.

le·pel·rei·ger RZ. r.m.

lepelreiger → lepelaar

Zobacz też lepelaar

le·pe·laar <lepelaar|s, lepe|laren> [lepəlar] RZ. r.m. dierk.

lepelaar

Löffelreiher r.m.

lepelaar

Löffler r.m.

spe·ci·a·li·se·ren [speʃalizerə(n)]

specialiseren [[o. spesjɑlizerə(n)]] specialiseerde zich, h. zich gespecialiseerd CZ. wk ww zich specialiseren:

specialiseren

sich spezialisieren

hij gaat zich specialiseren in de interne geneeskunde

er will sich auf innere Medizin spezialisieren

spe·cu·le·ren <speculeerde, h. gespeculeerd> [spekylerə(n)] CZ. cz. nieprzech.

speculeren

spekulieren

in dollars speculeren

mit Dollars spekulieren

spe·ci·a·li·teit [speʃalitɛit]

specialiteit [[o. spesjɑlitɛit]] specialiteit|en RZ. r.ż.:

specialiteit

Spezialität r.ż.

een plaatselijke specialiteit

eine lokale Spezialität

stof·zui·ger <stofzuiger|s> [stɔfsœyɣər] RZ. r.m.

stofzuiger

Staubsauger r.m.