Tłumaczenia dla hasła „topwetenschapper“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

we·ten·schap·per <wetenschapper|s> [wetənsxɑpər] RZ. r.m.

wetenschapper

Wissenschaftler r.m.

de jonge wetenschappers

der wissenschaftliche Nachwuchs

we·ten·schap <wetenschap|pen> [wetə(n)sxɑp] RZ. r.ż.

1. wetenschap (kennis, regels):

wetenschap

Wissenschaft r.ż.

wetenschap beoefenen

in der Wissenschaft tätig sein

economische wetenschappen

Wirtschaftswissenschaften l.mn.

toegepaste/zuivere wetenschap

angewandte/reine Wissenschaft

2. wetenschap (beoefenaars):

wetenschap

Wissenschaft r.ż.

3. wetenschap (bekendheid met iets):

wetenschap

Wissen r.n.

wetenschap van iets hebben

von etw Kenntnis haben

in de wetenschap dat

im Bewusstsein, dass

we·ten·schap·pe·lijk <wetenschappelijke, wetenschappelijker, wetenschappelijkst> [wetə(n)sxɑpələk] PRZYM.

wetenschappelijk

wissenschaftlich

iets wetenschappelijk bewijzen

etw wissenschaftlich nachweisen

een wetenschappelijke expeditie

eine Forschungsreise

wetenschappelijk medewerker

≈ wissenschaftliche(r) Mitarbeiter r.m.

het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek

die Forschung und Lehre

het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

≈ der Oberstufenunterricht

zuiver wetenschappelijk onderzoek doen

reine Forschung betreiben

een instituut voor wetenschappelijk onderzoek

ein Forschungsinstitut r.n.

iets wetenschappelijk onderzoeken

etw erforschen

een wetenschappelijk onderzoeker

ein Forscher r.m.

bood·schap·per <boodschapper|s> [botsxɑpər] RZ. r.m.

boodschapper

Bote r.m.

de blijde boodschapper

der Glücksbote

al·fa·we·ten·schap <alfawetenschap|pen> [ɑlfawetənsxɑp] RZ. r.ż.

alfawetenschap

Geisteswissenschaft r.ż.

bin·nen·schip·per <binnenschipper|s> [bɪnə(n)sxɪpər] RZ. r.m.

binnenschipper

Binnenschiffer r.m.

op·schep·per <opschepper|s> [ɔpsxɛpər] RZ. r.m.

opschepper

Aufschneider r.m.

opschepper

Angeber r.m.

druk·te·schop·per RZ. r.m.

drukteschopper → druktemaker

Zobacz też druktemaker

druk·te·ma·ker <druktemaker|s> [drʏktəmakər] RZ. r.m.

druktemaker (gewichtig doend)

Wichtigtuer r.m.

druktemaker (gewichtig doend)

Dicktuer r.m.

druktemaker (opschepper)

Aufschneider r.m.