Tłumaczenia dla hasła „verkeersreglement“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

ver·keers·re·gel <verkeersregel|s> [vərkersreɣəl] RZ. r.m.

verkeersregel

Verkehrsvorschrift r.ż.

ver·keers·plein <verkeersplein|en> [vərkersplɛin] RZ. r.n.

verkeersplein

Verkehrskreisel r.m.

verkeersplein

Kreisel r.m.

verkeersplein (van autosnelwegen)

Autobahnkreuz r.n.

con·cept·re·gle·ment <conceptreglement|en> [kɔnsɛptreɣləmɛnt] RZ. r.n.

conceptreglement

Reglemententwurf r.m.

ver·keers·licht <verkeerslicht|en> [vərkerslɪxt] RZ. r.n.

verkeerslicht

Ampel r.ż.

verkeerslicht

Verkehrsampel r.ż.

het verkeerslicht springt op groen

die Ampel springt auf Grün

het verkeerslicht staat op oranje

die Ampel steht auf Gelb

de verkeerslichten werken niet

die Ampeln sind außer Betrieb

ver·keers·to·ren <verkeerstoren|s> [vərkerstorə(n)] RZ. r.m. luchtv.

verkeerstoren

Kontrollturm r.m.

verkeerstoren

Tower r.m.

ver·keers·drem·pel <verkeersdrempel|s> [vərkerzdrɛmpəl] RZ. r.m.

verkeersdrempel

Bodenschwelle r.ż.

verkeersdrempel

Fahrbahnschwelle r.ż.

verkeersdrempel

Bremsschwelle r.ż.

ver·keers·lei·der <verkeersleider|s> [vərkerslɛidər] RZ. r.m.

verkeersleider

Fluglotse r.m.

ver·keers·on·ge·val <verkeersongeval|len> [vərkersɔŋɣəvɑl] RZ. r.n.

verkeersongeval

Verkehrsunfall r.m.

ver·keers·over·tre·ding <verkeersovertreding|en> [vərkersovərtredɪŋ] RZ. r.ż.

verkeersovertreding

Verkehrsdelikt r.n.

re·gle·ment <reglement|en> [reɣləmɛnt] RZ. r.n.

reglement

Satzung r.ż. meist l.mn.

reglement

Reglement r.n.

reglement (in samenstellingen)

-ordnung r.ż.

het huishoudelijk reglement (voor de huisbewoners)

die Hausordnung

het huishoudelijk reglement (van een vereniging)

die Geschäftsordnung

het huishoudelijk reglement (van een vereniging)

die Satzungen l.mn.

een reglement opstellen/herzien

ein Reglement aufstellen/revidieren

reglement van orde (voor school)

Schulordnung r.ż.

reglement van orde (voor tehuis)

Heimordnung r.ż.

ver·keers·po·li·tie [vərkerspoli(t)si] RZ. r.ż. geen l.mn.

verkeerspolitie

Verkehrspolizei r.ż.

ver·keers·mid·del <verkeersmiddel|en> [vərkersmɪdəl] RZ. r.n.

verkeersmiddel

Verkehrsmittel r.n.