Tłumaczenia dla hasła „vriendschapsband“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

vriend·schap <vriendschap|pen> [vrintsxɑp] RZ. r.ż.

1. vriendschap (betrekking):

vriendschap

Freundschaft r.ż.

vriendschap sluiten

Freundschaft schließen

uit vriendschap iets doen

etw aus Freundschaft tun

de vriendschap is verflauwd

die Freundschaft ist eingeschlafen

2. vriendschap (daad, uiting):

vriendschap

Freundschaftsdienst r.m.

vriendschap

Freundlichkeit r.ż.

de ene vriendschap is de andere waard

eine Hand wäscht die andere

vriend·schap·pe·lijk <vriendschappelijke, vriendschappelijker, vriendschappelijkst> [vrintsxɑpələk] PRZYM.

vriendschappelijk

freundschaftlich

vriendschappelijke betrekkingen onderhouden

freundschaftliche Beziehungen unterhalten

de vriendschappelijke wedstrijd SPORT

das Freundschaftsspiel

land·schaps·park <landschapspark|en> [lɑntsxɑpspɑrk] RZ. r.n.

landschapspark

≈ Landschaftsschutzgebiet r.n.