Tłumaczenia dla hasła „aanjagend“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈein·ja·gen CZ. cz. przech.

einjagen

aanjagen

jdm Angst einjagen

iem angst aanjagen

ˈschla·gend [ˈʃlaːgn̩t] PRZYM.

1. schlagend (überzeugend):

schlagend

treffend

schlagend

afdoend

schlagend

overtuigend

2. schlagend GÓRN.:

schlagend spec.

explosief

schlagende Wetter

(explosief [o. gevaarlijk] ) mijngas

schlagende Wetter

een mijngasontploffing

schlagende Wetter

grauwvuur

3. schlagend (Studentenverbindung):

schlagend

duellerend

ge·ˈnü·gend [gəˈnyːgn̩t] PRZYM. a. SZK.

genügend

voldoende

genügend

genoeg(zaam)

ˈUn·tu·gend RZ. r.ż.

Untugend

ondeugd

Untugend

gebrek r.n.

ˈan·lie·gend [ˈanliːgn̩t] PRZYM.

1. anliegend (angrenzend):

anliegend

aangrenzend

anliegend

aanpalend

anliegend

belendend

ein anliegendes Grundstück

een aanpalend perceel

2. anliegend ADM. (beiliegend, in einem Brief):

anliegend

ingesloten

anliegend

bijgaand

die anliegenden Bilder

de ingesloten foto's

ˈnach·tra·gend [ˈnaːxtraːgn̩t] PRZYM.

nachtragend

haatdragend

über·ˈra·gend [yːbɐˈraːgn̩t] PRZYM.

überragend

buitengewoon

überragend

uitzonderlijk

überragend

eminent

überragend

uitmuntend

ˈviel·sa·gend, viel ˈsa·gend [ˈfiːlzaːgn̩t] PRZYM.

vielsagend

veelzeggend

vielsagend

veelbetekenend

ˈWein·ge·gend RZ. r.ż.

Weingegend

wijnstreek