Tłumaczenia dla hasła „beheerst“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

be·ˈherzt [bəˈhɛr͜tst] PRZYM.

beherzt

moedig

beherzt

dapper

beherzt

kordaat

beherzt

kloek

be·ˈhaart [bəˈhaːɐ̯t] PRZYM.

behaart

behaard

behaart

harig

be·ˈherr·schen¹ CZ. cz. przech.

beherrschen

beheersen

be·ˈher·ber·gen [bəˈhɛrbɛrɡn̩] CZ. cz. przech. a. przen.

beherbergen

herbergen

beherbergen

huisvesten

be·ˈhei·zen CZ. cz. przech.

beheizen

verwarmen

beheizen

stoken

beheizen

verhitten

be·ˈhel·fen CZ. cz. zwr. niereg.

behelfen

zich behelpen

behelfen

zich redden

be·ˈhei·ma·ten [bəˈh͜aimaːtn̩] CZ. cz. przech.

1. beheimaten:

beheimaten

een nieuw thuis [o. vaderland] geven

beheimaten

onderbrengen

beheimaten

invoeren

2. beheimaten:

beheimaten

binnen zijn muren [o. grenzen] hebben

beheimaten

tellen

be·ˈhei·ma·tet [bəˈh͜aimaːtət] PRZYM.

beheimatet

gedomicilieerd

beheimatet

woonachtig

beheimatet

thuis

beheimatet

gevestigd

be·ˈhelfs·wei·se PRZYSŁ.

behelfsweise

provisorisch

behelfsweise

voorlopig

behelfsweise

als noodoplossing

be·ˈhe·ben CZ. cz. przech. niereg.

1. beheben (beseitigen):

beheben

opheffen

beheben

uit de weg ruimen

beheben

verhelpen

beheben

herstellen

beheben

uit de wereld helpen

2. beheben austr. FIN. (abheben):

beheben

opnemen

beheben

afhalen

beheben

ophalen