Tłumaczenia dla hasła „herübermüssen“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

her·ˈun·ter·las·sen CZ. cz. przech. niereg.

herunterlassen

neerlaten

herunterlassen

laten zakken

her·ˈun·ter·ma·chen CZ. cz. przech.

1. heruntermachen pot. (zurechtweisen):

heruntermachen

kapittelen

heruntermachen

uitkafferen

2. heruntermachen pot. (schlechtmachen):

heruntermachen

afkammen

heruntermachen

afkraken

her·ˈüber·kom·men CZ. cz. nieprzech. niereg. (hierher gelangen, hierher kommen)

herüberkommen

hierheen komen

her·ˈum·kreb·sen CZ. cz. nieprzech.

1. herumkrebsen pot. (mühsam fortbewegen):

herumkrebsen

moeizaam voortkrabbelen

2. herumkrebsen pot.:

herumkrebsen (sich abquälen)

sukkelen

herumkrebsen (kränkeln)

maar langzaam beter worden

her·ˈum·druck·sen CZ. cz. nieprzech. pot.

herumdrucksen

eromheen draaien

herumdrucksen

er niet mee voor de draad komen

her·ˈab·las·sen¹ CZ. cz. przech. niereg. (herunterlassen)

herablassen

neerlaten

herablassen

laten zakken

die Rollläden herablassen

de rolluiken neerlaten