Tłumaczenia dla hasła „scheidsgerecht“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ˈsach·ge·recht PRZYM.

1. sachgerecht:

sachgerecht

zakelijk

sachgerecht

vakkundig

sachgerecht

objectief

2. sachgerecht:

sachgerecht

doelmatig

sachgerecht

juist

ˈselbst·ge·recht PRZYM. pej.

selbstgerecht

eigengerechtig

selbstgerecht

eigenmachtig

selbstgerecht

regentesk

ˈWe·ge·recht <Wegerecht(e)s> RZ. r.n. kein l.mn.

Wegerecht → Wegeordnung

Zobacz też Wegeordnung

ˈWe·ge·ord·nung <Wegeordnung> RZ. r.ż. kein l.mn.

Wegeordnung

wegen(verkeers)reglement

ˈfach·ge·recht PRZYM.

fachgerecht

vakkundig

fachgerecht

deskundig

ˈfrist·ge·recht PRZYM.

fristgerecht

binnen de gestelde termijn

fristgerecht

op tijd

fristgerecht

tijdig

ˈkind·ge·recht PRZYM.

kindgerecht

kindgericht

kindgerecht

aangepast aan [o. geschikt voor] kinderen

ˈmund·ge·recht PRZYM.

1. mundgerecht (Essen):

mundgerecht

hapklaar

mundgerecht

kant-en-klaar

2. mundgerecht przen. (schmackhaft):

mundgerecht

smakelijk

mundgerecht

aanlokkelijk

ˈme·di·en·ge·recht PRZYM.

mediengerecht

voor de media geschikt

ter·ˈmin·ge·recht PRZYM.

termingerecht

op tijd

termingerecht

binnen de gestelde termijn

termingerecht

volgens afspraak

ˈun·ge·recht PRZYM.

ungerecht

onrechtvaardig

ungerecht

onbillijk

ungerecht

onheus

ˈmaß·ge·recht PRZYM.

maßgerecht

op (de juiste) maat

ˈSor·ge·recht RZ. r.n. PR.

Sorgerecht

ouderlijk gezag r.n.

Sorgerecht

voogdijschap r.n.

das Sorgerecht für die Kinder wurde der Mutter zugesprochen

de kinderen werden aan de moeder toegewezen

ˈwaa·ge·recht PRZYM.

waagerecht

horizontaal

waagerecht

waterpas

ˈschei·den² <schied, geschieden> [ˈʃ͜aidn̩] CZ. cz. przech. a. CHEM.

scheiden (trennen)

scheiden

ˈkunst·ge·recht PRZYM.

kunstgerecht

volgens de regels van de kunst

kunstgerecht

(vak)kundig

ˈkör·per·ge·recht PRZYM.

körpergerecht

aangepast aan de lichaamsvorm