Tłumaczenia dla hasła „staatshandel“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈStaats·mann <Staatsmänner> RZ. r.m.

Staatsmann

staatsman

ˈStaats·an·walt (-an·wäl·tin) RZ. r.m. (r.ż.)

Staatsanwalt (-an·wäl·tin)

officier r.m. en r.ż. van justitie

Staatsanwalt (-an·wäl·tin)

openbare aanklager(openbare aanklaagster) r.m. (r.ż.)

Staatsanwalt (-an·wäl·tin) (in Belgien)

procureur des Konings r.m. en r.ż.

ˈStaats·kas·se RZ. r.ż.

Staatskasse

schatkist

Staatskasse

staatskas

ˈStaats·sä·ckel RZ. r.m. pot.

Staatssäckel POLIT., FIN. żart. → Staatskasse

Zobacz też Staatskasse

ˈStaats·kas·se RZ. r.ż.

Staatskasse

schatkist

Staatskasse

staatskas

ˈStaats·haus·halt RZ. r.m.

1. Staatshaushalt:

Staatshaushalt

staatsbegroting

Staatshaushalt

rijksbegroting

2. Staatshaushalt:

Staatshaushalt

staatshuishouding

ˈStaats·an·lei·he RZ. r.ż.

Staatsanleihe

staatslening

ˈStaats·akt RZ. r.m.

1. Staatsakt (Festakt):

Staatsakt

plechtigheid van staatswege

Staatsakt

officiële plechtigheid

2. Staatsakt (Rechtsvorgang):

Staatsakt

handeling van de staat

ˈStaats·chef(in) RZ. r.m.(r.ż.)

Staatschef(in)

staatshoofd r.n.

ˈStaats·bür·ger(in) RZ. r.m.(r.ż.)

Staatsbürger(in)

staatsburger(staatsburgeres) r.m. (r.ż.)

Staatsbürger(in)

onderdaan r.m. en r.ż.

Staatsbürger in Uniform

staatsburger in uniform

Staatsbürger in Uniform

soldaat

Staatsbürger in Uniform

militair

ˈStaats·ex·a·men RZ. r.n. (für den Lehrer- und Arztberuf)

Staatsexamen

examen r.n. ter afsluiting van een universitaire studie

Staatsexamen

doctoraal examen r.n.