Tłumaczenia dla hasła „unirdisch“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ˈnor·disch [ˈnɔrdɪʃ] PRZYM.

1. nordisch:

nordisch

noords

nordisch

Noord-Europees

die nordische Kombination SPORT

de noordse combinatie

die nordischen Sprachen

de Scandinavische [o. Noord-Germaanse] talen

2. nordisch HIST.:

nordisch

arisch

ˈir·disch [ˈɪrdɪʃ] PRZYM.

irdisch

aards

irdisch

vergankelijk

irdisch gesinnt podn.

op aardse [o. vergankelijke] dingen gericht

die irdische Hülle podn.

het stoffelijk overschot

ˈun·ter·ir·disch PRZYM.

1. unterirdisch:

unterirdisch

onderaards

2. unterirdisch przen.:

unterirdisch

(in het) geheim

unterirdisch

ondergronds

unterirdisch

verborgen

ˈau·ßer·ir·disch PRZYM.

1. außerirdisch:

außerirdisch

buitenaards

außerirdisch

buitenwerelds

2. außerirdisch podn.:

außerirdisch

bovenaards

ˈkur·disch [ˈkʊrdɪʃ] PRZYM. pot.

kurdisch

Koerdisch

ˈsar·disch [ˈzardɪʃ] PRZYM.

sardisch

Sardisch

ˈnei·disch [ˈn͜aidɪʃ] PRZYM.

neidisch

nijdig

neidisch

afgunstig

neidisch

jaloers

ˈjid·disch [ˈjɪdɪʃ] PRZYM.

jiddisch

Jiddisch

ˈkin·disch [ˈkɪndɪʃ] PRZYM.

1. kindisch pej. (einfältig, infantil):

kindisch

kinderachtig

kindisch

onnozel

2. kindisch pej. (albern):

kindisch

kinds

kindisch werden

kinds worden

kindisch werden

verkindsen

uˈgan·disch [uˈgandɪʃ] PRZYM.

ugandisch

Ugandees

ˈober·ir·disch PRZYM.

oberirdisch

bovengronds

ˈüber·ir·disch PRZYM.

überirdisch

bovenaards