Tłumaczenia dla hasła „veranderde“ w niemiecko » niderlandzki słowniku

ver·ˈän·dern¹ [fɛɐ̯ˈʔɛndɐn] CZ. cz. przech.

verändern

veranderen

verändern

wijzigen

die veränderte Auflage eines Buches

de gewijzigde druk van een boek

ver·ˈan·kern [fɛɐ̯ˈʔaŋkɐn] CZ. cz. przech.

verankern

verankeren

verankern

met een anker vastleggen [o. vastzetten]

ver·ˈän·der·lich [fɛɐ̯ˈʔɛndɐlɪç] PRZYM.

1. veränderlich METEO:

veränderlich (unbeständig)

veranderlijk

veränderlich (unbeständig)

onbestendig

veränderlich (launenhaft)

wispelturig

ihr veränderliches Wesen

haar wispelturig karakter

2. veränderlich (variierbar):

veränderlich

veranderbaar

ver·ˈant·wor·ten² [fɛɐ̯ˈʔantvɔrtn̩] CZ. cz. zwr.

verantworten

zich verantwoorden

verantworten

rekenschap afleggen

Ver·ˈän·de·rung <Veränderung, Veränderungen> [fɛɐ̯ˈʔɛndərʊŋ] RZ. r.ż.

1. Veränderung:

Veränderung

verandering

Veränderung

wijziging

Veränderungen vornehmen

wijzigingen aanbrengen

2. Veränderung:

Veränderung

verandering

Veränderung

afwisseling

ver·ˈan·las·sen [fɛɐ̯ˈʔanlasn̩] CZ. cz. przech.

1. veranlassen (dazu bringen):

veranlassen

aanleiding geven tot

veranlassen

ertoe brengen

sich veranlasst sehen

zich genoopt [o. genoodzaakt] zien

2. veranlassen (in die Wege leiten):

veranlassen

ervoor zorgen

veranlassen

veroorzaken

veranlassen

teweegbrengen

ich werde das Nötige veranlassen

ik zal de nodige maatregelen nemen