Tłumaczenia i wymowa zeezoogdieren w niemiecko » niderlandzki słowniku

(Przełącz na niderlandzko » niemiecki)

ze·die·ren [ ͜tseˈdiːrən] CZ. cz. przech. PR.

zedieren

cederen

ero·ˈdie·ren [eroˈdiːrən] CZ. cz. przech. GEOL.

erodieren

eroderen

de·ko·ˈdie·ren [dekoˈdiːrən] CZ. cz. przech.

dekodieren

decoderen

dekodieren

ontcijferen

co·ˈdie·ren [koˈdiːrən] CZ. cz. przech.

codieren

coderen

oxi·ˈdie·ren [-ˈdiːrən] CZ. cz. nieprzech.

oxidieren

oxideren

son·ˈdie·ren [zɔnˈdiːrən] CZ. cz. przech.

1. sondieren podn. przen. (erkunden):

sondieren

peilen

sondieren

poolshoogte nemen (van)

sondieren

polsen

das Terrain sondieren a. przen.

het terrein verkennen

2. sondieren:

sondieren MED., TECHNOL.

sonderen

3. sondieren NAUT.:

sondieren

peilen

sondieren

loden

ten·ˈdie·ren [tɛnˈdiːrən] CZ. cz. nieprzech. podn.

tendieren (hinneigen)

neigen

tendieren (sich entwickeln)

tenderen

tendieren (sich entwickeln)

(de) neiging [o. tendens] (ver)tonen

die Entwicklung tendiert nach oben/unten

de ontwikkeling vertoont een opwaartse/neerwaartse tendens

die Entwicklung tendiert nach oben/unten

de ontwikkeling gaat in opgaande/neergaande richting

die Aktien tendierten schwächer/uneinheitlich

de aandelen waren zwakker/verdeeld gestemd

diese Farbe tendiert zum Orange

deze kleur zweemt naar (het) oranje

blon·ˈdie·ren [blɔnˈdiːrən] CZ. cz. przech.

blondieren

blonderen

re·si·ˈdie·ren [reziˈdiːrən] CZ. cz. nieprzech. podn.

residieren

resideren

residieren

zetelen

re·vi·ˈdie·ren [reviˈdiːrən] CZ. cz. przech.

1. revidieren (prüfen):

revidieren

controleren

revidieren

inspecteren

2. revidieren podn. (ändern):

revidieren

herzien

revidieren

wijzigen

3. revidieren WYDAWN.:

revidieren

corrigeren

ˈspen·die·ren [ʃpɛndiːrən] CZ. cz. przech. pot.

spendieren

trakteren (op)

spendieren

schenken

spendieren

geven

spendieren

cadeau doen

Bier für die Mannschaft spendieren

het team op bier trakteren

par·o·ˈdie·ren [paroˈdiːrən] CZ. cz. przech.

parodieren

parodiëren