Tłumaczenia dla hasła „contractante“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

con·trac·tant <contractant|en> [kɔntrɑktɑnt] RZ. r.m.

contractant

Vertragspartner r.m.

contractant econ., jur.

Kontrahent r.m.

con·trac·tie <contractie|s> [kɔntrɑksi] RZ. r.ż.

contractie

Kontraktion r.ż.

con·tract <contract|en> [kɔntrɑkt] RZ. r.n.

contract

Vertrag r.m.

contract

Kontrakt r.m.

contract econ. (tussen staten)

Abkommen r.n.

zich aan een contract houden

einen Vertrag einhalten

iets bij contract bepalen

etw vertraglich festlegen

het contract loopt ten einde

der Vertrag erlischt

een contract sluiten/opzeggen/verbreken

einen Vertrag (ab)schließen/kündigen/brechen

een contract geldig verklaren

einen Vertrag für rechtskräftig erklären

volgens contract

vertragsmäßig

volgens contract

vertragskonform

het contract maken

den Vertrag erfüllen

con·tract·loon <contract|lonen> [kɔntrɑktlon] RZ. r.n.

contractloon

Tariflohn r.m.

con·trac·te·ren <contracteerde, h. gecontracteerd> [kɔntrɑkterə(n)] CZ. cz. przech.

1. contracteren (contract sluiten):

contracteren

einen Vertrag über etw B. abschließen

2. contracteren (bij contract overeenkomen):

contracteren

vertraglich übereinkommen

contracteren

vertraglich festlegen

de contracterende partijen

die Vertragspartner l.mn.

3. contracteren (verbinden, engageren):

contracteren

unter Vertrag nehmen

een artiest/speler contracteren

einen Künstler/Spieler unter Vertrag nehmen

con·trac·tu·eel [kɔntrɑktywel] PRZYM.

contractueel

vertraglich

contractueel

Vertrags-

contractueel jur.

durch Vertrag

de contractuele boete

die Konventionalstrafe

contractueel gebonden

vertraglich gebunden

con·tra·punt [kɔntrapʏnt] RZ. r.n. geen l.mn.

contrapunt

Kontrapunkt r.m.

con·stan·te <constante|n> [kɔnstɑntə] RZ. r.ż.

constante

Konstante r.ż.

constante

unveränderliche Größe r.ż.

con·tri·bu·ant <contribuant|en> [kɔntribywɑnt] RZ. r.m.

contribuant

Beitragszahler r.m.