Tłumaczenia dla hasła „ziemliches“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

rem·licht <remlicht|en> [rɛmlɪxt] RZ. r.n.

remlicht

Bremslicht r.n.

dim·licht <dimlicht|en> [dɪmlɪxt] RZ. r.n.

dimlicht

Abblendlicht r.n.

zie·lig <zielige, zieliger, zieligst> [ziləx] PRZYM.

zielig

jämmerlich

zielig (personen)

bedauernswert

zielig (zaken)

bedauerlich

een zielig beetje

bedauerlich wenig

een zielig hoopje mens

ein Häufchen Elend

't is zielig

es ist zum Heulen

een zielige vertoning

ein jämmerlicher Anblick

ik vind hem echt zielig

er ist wirklich zu bedauern

wat zielig!

wie traurig!

hij zit er zo zielig alleen

er sitzt da so mutterseelenallein

zie·hier [zihir] WK

ziehier

sieh

ziehier

sehen Sie

ziehier (bij het aanwijzen of aanreiken)

hier!

ziehier wat er van de zaak is geworden

schau/schauen Sie, was aus der Sache geworden ist

ziel·loos [zilos] PRZYM.

zielloos (zonder gevoel)

seelenlos

zielloos (dood)

entseelt form.

ziels·veel [zilsfel] PRZYSŁ.

zielsveel

innig

zielsveel

von (ganzem) Herzen

zielsveel van iem houden

jdn von ganzem Herzen lieben

ziel·to·gen <zieltoogde, h. gezieltoogd> [ziltoɣə(n)] CZ. cz. nieprzech.

zieltogen

im Sterben liegen

zieltogen plantk.

eingehen

de partij leidt een zieltogend bestaan

die Partei schwindet dahin