Tłumaczenia dla hasła „Ahndung“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

on·ding <onding|en> [ɔndɪŋ] RZ. r.n.

1. onding (iets onbestaanbaars):

onding

Unding r.n. kein l.mn.

2. onding (prul):

onding

wertlose(s) Zeug r.n. kein l.mn.

bin·ding <binding|en> [bɪndɪŋ] RZ. r.ż.

1. binding (band tussen personen) ook scheik.:

binding

Bindung r.ż.

binding

Verbindung r.ż.

2. binding psych.:

binding

Bindung r.ż.

lan·ding <landing|en> [lɑndɪŋ] RZ. r.ż.

landing

Landung r.ż.

de landing op het water

die Wasserlandung

de landing op het water

die Landung auf dem Wasser

mon·ding <monding|en> [mɔndɪŋ] RZ. r.ż.

monding

Mündung r.ż.

ron·ding <ronding|en> [rɔndɪŋ] RZ. r.ż.

ronding

Rundung r.ż.

vin·ding <vinding|en> [vɪndɪŋ] RZ. r.ż.

1. vinding:

vinding (het vinden)

Finden r.n.

vinding (ontdekking)

Entdeckung r.ż.

2. vinding (het vinden door redenering):

vinding

Findung r.ż.

3. vinding (uitdenking, uitvinding):

vinding

Fund r.m.

vinding

Erfindung r.ż.

een vinding doen

einen Fund machen

wen·ding <wending|en> [wɛndɪŋ] RZ. r.ż.

1. wending (het wenden):

wending

Wendung r.ż.

wending

Wenden r.n.

2. wending (keer dat men, iets (zich) wendt):

wending

Wendung r.ż.

wending

Drehung r.ż.

wending

Umdrehung r.ż.

3. wending (verandering van richting):

wending

Wendung r.ż.

wending

Wende r.ż.

zijn leven nam een andere wending

in seinem Leben trat eine Wende ein

een wending ten goede

eine Wendung [o. Wende] zum Guten

een wending ten goede nemen

sich zum Guten wenden

4. wending (zinswending):

wending

Redewendung r.ż.

wending

Wendung r.ż.

zen·ding <zending|en> [zɛndɪŋ] RZ. r.ż.

1. zending (het zenden; het gezondene; taak):

zending

Sendung r.ż.

zending met aangegeven waarde

Wertsendung r.ż.

2. zending (werkzaamheden van de zendelingen: missie):

zending

Mission r.ż.

de uitwendige/inwendige zending

die äußere/innere Mission