Tłumaczenia dla hasła „Briefkarte“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

brief·kaart <briefkaart|en> [brifkart] RZ. r.ż.

briefkaart

Postkarte r.ż.

brief·pa·pier [brifpapir] RZ. r.n. geen l.mn.

briefpapier

Briefpapier r.n.

een wit vel briefpapier

ein weißer Briefbogen

brief·je <briefje|s> [brifjə] RZ. r.n.

1. briefje (papiertje):

briefje

Zettel r.m.

dat geef ik je op een briefje

das gebe ich dir schriftlich

2. briefje (bankbiljet):

briefje

Schein r.m.

een briefje van honderd

ein Hunderter

troef·kaart <troefkaart|en> [trufkart] RZ. r.ż.

troefkaart

Trumpf r.m.

troefkaart

Trumpfkarte r.ż.

brief·ope·ner <briefopener|s> [brifopənər] RZ. r.m.

briefopener

Brieföffner r.m.

prent·brief·kaart <prentbriefkaart|en> [prɛndbrifkart] RZ. r.ż.

prentbriefkaart

Ansichtskarte r.ż.

brie·fing <briefing|s> [brifɪŋ] RZ. r.ż.

briefing

Briefing r.n.

brief·bom <briefbom|men> [brivbɔm] RZ. r.ż.

briefbom

Briefbombe r.ż.

brief·hoofd <briefhoofd|en> [brifhoft] RZ. r.n.

briefhoofd

Briefkopf r.m.

brief·mo·del <briefmodel|len> [brifmodɛl] RZ. r.n.

briefmodel

Musterbrief r.m.

ge·vaar·te <gevaarte|n, gevaarte|s> [ɣəvartə] RZ. r.n.

gevaarte

Ungetüm r.n.

gevaarte

Monstrum r.n.

een gevaarte van een hoed

ein Ungetüm von einem Hut pot.

brief <brieven> [brif] RZ. r.m.

1. brief:

brief (geschreven boodschap)

Brief r.m.

brief (geschreven boodschap)

Schreiben r.n. form.

brief (als reactie op bijv. advertentie)

Zuschrift r.ż.

de aangetekende brief

der Einschreibebrief

de aangetekende brief

das Einschreiben

de begeleidende brief

der Begleitbrief

de begeleidende brief

das Begleitschreiben

brieven bezorgen/bestellen

Briefe austragen/zustellen

ingezonden brief

Leserbrief r.m.

de brief van een luisteraar

der Hörerbrief

de brief met foto

die Bildzuschrift

per brief

brieflich

een brief op poten

ein geharnischter Brief

brief met aangegeven waarde

Wertbrief r.m.

2. brief (los stukje papier):

brief

Zettel r.m.

een briefje van de dokter

ein ärztliches Attest

dat geef ik je op een briefje

das gebe ich dir schriftlich

3. brief (bankbiljet):

brief

Schein r.m.

het briefje van honderd pot.

der Hunderter