Tłumaczenia dla hasła „Großmutters“ w niderlandzko » niemiecki słowniku

(Przełącz na niemiecko » niderlandzki)

gros·sier <grossier|s> [ɣrɔsir] RZ. r.m.

grossier

Großhändler r.m.

grossier

Großkaufmann r.m.

grossier

Grossist r.m. spec.

groot·ou·ders [ɣrotɑudərs] RZ. l.mn.

grootouders

Großeltern l.mn.

gros·siers·prijs <grossiers|prijzen> [ɣrɔsirsprɛɪs] RZ. r.m.

grossiersprijs

Großhandelspreis r.m.

ge·zus·ters [ɣəzʏstərs] RZ. l.mn.

gezusters

Schwestern l.mn.

groot·te <grootte|n, grootte|s> [ɣrotə] RZ. r.ż.

1. grootte (hoedanigheid):

grootte

Größe r.ż.

grootte przen.

Ausmaß r.n.

naar grootte

der Größe nach

2. grootte:

grootte (omvang)

Größe r.ż.

grootte (omvang)

Abmessung r.ż.

grootte (oppervlakte)

Ausdehnung r.ż.

een ster van de eerste grootte astron.

ein Stern erster Größe

de grootte van een hoek

die Größe eines Winkels

de grootte van de klas onderw.

die Klassenstärke

ter grootte van een hand

handgroß

gelijk van grootte

gleich groß

van verschillende grootte

von unterschiedlicher Größe

een model op ware grootte

ein Modell in natürlicher Größe

schut·ter <schutter|s> [sxʏtər] RZ. r.m.

schutter

Schütze r.m.

schutter (voetbal ook)

Torschütze r.m.

grond·wa·ter [ɣrɔntwatər] RZ. r.n. geen l.mn.

grondwater

Grundwasser r.n.

boog·schut·ter <boogschutter|s> [boxsxʏtər] RZ. r.m. (persoon)

boogschutter

Bogenschütze r.m.

oos·ters [ostərs] PRZYM.

oosters

östlich

oosters (Oriënt)

orientalisch